De wanden glimmen van het nieuw zijn. De gladde vloeren piepen. Het tafeltje in de wachtkamer is maagdelijk zonder koffiekring. Het bestralingscentrum is jong. Piepjong.
De deur ‘dienst’ is meerdere keren voor me open gehouden. Maar ik ben geen collega. Ik ben een bezoeker. Een bezoeker met perspectief, zoals de meeste bezoekers. Want bestralen, dat is het eindpunt van een behandeling. Dan is er vaak al heel wat ondergaan. Meestal met succes, want een slotakkoord zet je niet halverwege in.
In de wachtkamer zijn grijze haren de norm. En longkanker. De grijze mannen knikken mij vriendelijk toe bij binnenkomst. En wachten tot mijn vader mij vergezelt. Want ik ben er vast om hem te steunen bij zijn bezoek.
Als ik word binnengeroepen voel ik de ogen priemen in mijn rug. Het zijn lieve ogen, ogen die weten door welk proces ik heen ben gegaan. Maar het maakt me meer dan ooit bewust dat ik hier nog te jong voor ben. Voor mij geen ander slotakkoord dan dit.
Department of Eagles – While we’re young
I should have gave you doubt
Now you’re on that cloud
If we’re gonna do this we gotta do it now
While we’re youngThere you go again
On that horse of yours
If we’re gonna do this we gotta do it now
While we’re young
Inderdaad, elke vader zou – als het hier op aan komt – er veel voor over hebben om de plaats van zijn kind in te nemen. Alles in een logische volgorde, op leeftijd vooral! Het leven blijkt op microschaal anders en ingewikkelder in elkaar te steken, helaas? Misschien leert het leven ons andere dingen?